De Franse premier Manuel Valls maakt dinsdag een herstart met een kabinet ontdaan van ‘linkse oproerkraaiers’. Maar hij zal vaart moeten maken met economische hervormingen om Frankrijk iets van zijn zelfvertrouwen terug te geven.
Afgelopen weekend bleek dat de verdeeldheid over de aanpak van Frankrijks economische problemen de regerende socialistische partij van president François Hollande diep verdeelt.
De linkervleugel, onder leiding van minister van economie Arnaud Montebourg, roerde zich afgelopen weekend expliciet tegen de economische koers die onder premier Valls is ingezet, in eerste instantie gericht op reductie van de hoge Franse staatsschuld en het begrotingstekort.
De aanval van Montebourg was zo grof, dat Valls dit niet over zijn kant kon laten gaan. Hij diende maandag zijn ontslag in, gesteund door president Hollande. Inmiddels hebben Montebourg en twee andere ministers uit de linkervleugel van de Parti Socialiste (PS) te kennen gegeven niet te zullen terugkeren in een nieuwe kabinet, dat Valls vandaag presenteert.
Frans kabinet zonder linkse lastposten
Hollande schuift samen met zijn premier Valls dus iets meer op richting een liberale economische koers en heeft zich ontdaan van dissidenten binnen de regering, wat niet wil zeggen dat de linkervleugel van de PS zich stil zal houden in het Franse parlement.
De tweedeling binnen zijn eigen partij toont hoe lastig het is voor de Franse president om een enigszins slagvaardig beleid te voeren, terwijl de problemen voor Frankrijk zich opstapelen: hoge werkloosheid, een staatsschuld van meer dan 2.000 miljard euro, een begrotingstekort dat ver boven de Brusselse norm van 3 procent ligt en bovenal een achteruithollende productiviteit die het Franse bedrijfsleven steeds meer op achterstand zet in Europa.
Zie ook dit artikel op Z24: het drama Frankrijk in 4 grafieken.
Franse crisis
Over de aanpak van de Franse crisis, die het land in Europa steeds bleker doet afsteken tegenover de grote broer Duitsland, zijn Franse politici het allerminst eens.
De krant Le Monde hield dinsdag drie fundamentele tegenstellingen tegen het licht.
1)Overheidsfinanciën: hard snijden of niet?
Hollande kondigde begin dit jaar een besparingspakket aan van 50 miljard euro om iets te doen aan de torenhoge staatsschuld en het begrotingstekort. Volgens de president en premier Valls is dat absoluut noodzakelijk om te voorkomen dat de staatsfinanciën ontsporen.
Voormalig minister van economische zaken Montebourg vindt echter dat hard bezuinigen de economie schaadt en de werkloosheid verergert en zo ook het rechtse Front National van Marine Le Pen in de kaart speelt. Zijn suggestie: afscheid nemen van de strenge Brusselse begrotingsregels en een hoog begrotingstekort voorlopig accepteren.
2)Stimuleren economie: vraag- of aanbodzijde
Hollande en Valls willen iets doen aan het productiviteitsprobleem van Franse bedrijven, dat mede te maken heeft met de starre arbeidsmarkt en de relatief hoge werkgeverslasten. Zij neigen er dan ook naar om bijvoorbeeld loonkosten voor werkgevers te verlagen.
Voor Montebourg is dit vloeken in de (linkse) kerk. Hij ziet een tekortschietende vraag als belangrijkste oorzaak van de achterblijvende groei en pleit voor extra overheidsinvesteringen om de vraagzijde van de economie te stimuleren.
3)Made in France
Een gevoelig punt in het debat over de Franse industrie is het belang van 'Made in France'. Montebourg stelde zich tijdens zijn ministerschap op als een traditionele Franse politicus die expliciet probeert Franse bedrijven te beschermen tegen buitenlandse krachten. Hij wil zoveel mogelijk dat Franse bedrijven Franse producten voor de Fransen maken.
Hollande en Valls daarentegen verzetten zich veel minder tegen de realiteit van verregaande mondialisering van de industriële productie. In de overnamestrijd rond het industriële conglomeraat Alstom ging Hollande niet mee in de roep van Montebourg om vergaande staatsinterventie.
Lees ook
Franse cult-smartphone Wiko is stiekem heel Chinees
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl